Ik ben één van die mensen die, enkele seconden nadat ze een winkel uit zijn gelopen, verdwaasd tot de conclusie komen dat ze van de andere kant kwamen. In de tijd dat Google Maps alleen nog maar autoroutes weergaf, heb ik eens in tranen een vriendinnetje opgebeld omdat ik op weg naar haar nieuwe huis (wat maar drie kilometer verderop was) steeds op een autoweg belandde en geen idee had hoe ik die kon vermijden. En als ik met een nieuwe route in mijn hoofd ga hardlopen, loop ik vrijwel altijd verder dan ik ooit heb gedaan, simpelweg omdat ik compleet verdwaal en dus veel meer kilometers moet maken dan gepland.
Mijn richtingsgevoel is niet mijn best ontwikkelde eigenschap.
Nu je dit weet, begrijp je misschien dat het niet heel erg logisch was dat ik deze week besloot mee te doen aan een rally. In een team met mijn manager. Als navigator.
Gisterochtend kreeg ik in alle vroegte mijn routeboek en een vier pagina’s tellend reglement overhandigd terwijl ik maar aan één ding kon denken: koffie. Het programma liep uit, dus de uitleg waar ik al mijn hoop op had gevestigd, werd ingekort. Terwijl wij onze koffie dronken en een beetje ouwehoerden, zat iedereen om ons heen in opperste concentratie, gewapend met liniaal en vergrootglas in hun routeboek te tekenen. Ik had werkelijk geen flauw idee wat de bedoeling was.
Deze rally was duidelijk niet voor beginners, laat staan voor mensen die niet kunnen kaartlezen. Er waren zes verschillende routekaarten, elk met een schaal van 1:50.000. Toen ik die eenmaal voor me had liggen, begreep ik opeens waarom het meebrengen van een vergrootglas geadviseerd werd. Hoewel we zowaar tiewraps, pennen, de juiste kleur stiften, een stopwatch en een rekenmachine mee hadden genomen, ontbrak van een loep ieder spoor. Een voorzichtige rondvraag of iemand er eentje extra had, resulteerde enkel in hoofdschuddende, meelijwekkend kijkende mede-rallyrijders. Mijn zelfvertrouwen kelderde met de minuut.
Vlak voordat we in de auto stapten kreeg ik godzijdank wat tips van omstanders en scoorden we alsnog een vergrootglas, waarna ik in de korte tijd die we nog hadden wat routes uitstippelde op de kaarten. Bij de start kregen we nog een microfoon onder onze neus gedrukt met de vraag wat ons doel was voor vandaag. “De Mustang weer heel terug naar onze baas brengen”, luidde het eerlijke antwoord.
Het avontuur wat volgde na de start kenmerkte zich door kruisingen die T-splitsingen bleken te zijn, afslagen die niet bestonden, rotondes die niet op de kaart weergegeven waren en ontelbaar veel keren op de weg. Toch ging het best oké. Hoewel we regelmatig concurrenten in de tegengestelde richting passeerden, kwam het toch ook meerdere malen voor dat we iemand tegenkwamen die ook de weg kwijt was. Ik had geen enkel moment de neiging om de kaart op de kop te houden en we hebben niet op elkaar gescholden. Op één stuk ging het zo goed, dat mijn teamgenoot stelde dat ik nét een omgekeerde Telfortreclame ben: “Van verdwaald in de lift naar kaartenconnaisseur.”
Kort daarna waren we weer verdwaald.
Al met al heb ik een hoop geleerd in één dag. Sterker nog; ik durf inmiddels te stellen dat ik bést kan kaartlezen, als ik me maar concentreer. We vonden het zelfs allebei zo leuk, dat we ons al willen inschrijven voor de volgende rally.
Misschien dat ik dan eens ga proberen om als een echte prof de afstanden te berekenen met een rekenmachine en de tijd bij te houden met een stopwatch. Alleen over dat vergrootglas twijfel ik. Je kunt er immers best een gebruiken, maar daar wordt het allemaal niet beter van. Alleen groter.
Een reactie op “Omgekeerd”