De afgelopen twee jaar ben ik vier keer verhuisd. Van Wezep naar Willemstad, van Willemstad naar Parijs, weer terug naar Wezep en momenteel heb ik een stekkie in Utrecht.
De ingrediënten van een goede woonplaats voor Marloes zijn eenvoudig: mooi weer, mensen om me heen, een fatsoenlijke supermarkt in de buurt en ik voel me er zó thuis.
Mijn Antilliaanse “penthouse” van 30m2, veel te weinig meubels om die ruimte te vullen en tralies voor de ramen, mijn Parijse Harry Potter bezemkast van 9m2 ínclusief douche en keukenblok máár in het hart van de stad en mijn Utrechtse paleisje met afwasweigerende huisgenoten máár balkon op ’t Zuiden en uitzicht op de Dom; ik heb overal van genoten.
Elke woonplaats had zowel zonnige als minder zonnige kanten. Mijn verblijf op Curaçao was (op die ene keer dat ik tot m’n enkels in het water van een ondergelopen straat m’n auto van een kruispunt vol overgekookte Antillianen stond te duwen) letterlijk behoorlijk zonnig. De keren dat ik een door inbrekers overhoop gehaald huis mocht aanschouwen, mijn kakkerlakvriendjes en huismuizen én het akkefietje waarbij een hond het slachtoffer werd van mijn bumper laat ik voor het gemak maar even buiten beschouwing.
Parijs was een hele andere ervaring. Ik heb geshopt als een echte Parisienne en mooie avonden doorgebracht op feestjes met hippe Franse dj’s waar un bière 8 euro kostte, maar ook met trillende handjes en een microfoon een halfuur durende presentatie gegeven voor een auditorium met 200 man publiek. En dat allemaal op m’n beste Frans. Ik heb dagenlang Parijs verkend op m’n bicyclette en ben meerdere keren verdwaald, wat veel avontuurlijker was dan het van maandag tot en met zaterdag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat luisteren naar eindeloos onverstaanbaar Frans geratel.
Ik heb welgeteld twee dagen kunnen genieten van mijn Utrechtse balkon. Toen werd het winter. Het waren twee mooie dagen. Hoewel de eeuwige berg afwas, het schoonmaakrooster (waar al sinds augustus 2008 geen vinkje meer op is gezet) en de altijd overvolle prullenbak wel eens bronnen van ergernis vormden, was ik de koning te rijk met mijn A-locatie woning. En aan die twee trappen onderweg naar de douche was ik ook zo gewend.
Over twee weken verhuis ik weer even terug naar het prachtige Wezep. Terug naar papa en mama, die me liefkozend uitmaken voor ‘boemerangkind’. Van wereldburger naar stadsmens naar dorpsmeisje. Ik hoop maar dat ik niet teveel imagoschade oploop.