Multitasken

De laatste tijd ben ik me eens wat meer gaan verdiepen in het optimaal benutten van mijn vrije tijd. Zo bel ik met m’n moeder in de file, check ik Facebook in de rij voor de kassa, doe ik mijn sportkleren vast aan tijdens het koken en ga ik maar één keer per week naar de supermarkt en doe dan meteen al m’n boodschappen.

“Slapen doe je maar als je dood bent. Of bejaard”, denk ik soms. Dit is de levensfase waarin je keihard moet werken en op hetzelfde niveau hoort te genieten. Toch zijn er dagen dat ik opeens van mening ben dat hangjongeren zwaar ondergewaardeerd worden. Dan kijk ik uit naar de tijd dat ik met pensioen ben (als ik dat überhaupt haal): lekker op vakantie, elke dag uitslapen, geld zat voor hypermoderne gadgets en een beetje keutelen met de kleinkinderen. Dat ik dan ook aftakel en veel te weinig energie heb om verre reizen te maken, vergeet ik dan maar voor het gemak.

Hoewel het nog wel even duurt voordat ik een oud omaatje ben, las ik soms een ‘bejaardenmomentje’ voor mezelf in. Dan lees ik een boek, zet ik m’n telefoon uit of staar ik een poosje uit het raam. Een luxe dat dit kan, want mensen met een hectische baan, veeleisende partner en afhankelijke, jonge kinderen hebben daar volgens mij helemaal geen tijd voor. Dat bleek pas wel toen ik een man de krant zag lezen op een fitnessapparaat in de sportschool. Ik bedoel: als zelfs mánnen gaan multitasken…

Een poosje geleden nestelde ik me op de bank met een kop thee voor een beetje quality time: tijd voor een belletje met oma. Om het halfuur durende gesprek kort samen te vatten:  alles ging z’n gangetje, de buurman zette nog steeds elke week keurig haar vuilnis aan de weg en als ze ál die dvd’s moest kijken die ze pas van m’n broer kreeg, moest ze wel hónderd worden. Ondertussen leerde ik zeven nieuwe (of eigenlijk oude) gezegden en fantaseerden we wat weg over mijn pensioen: vliegende auto’s en robotschoonmakers leken oma maar niks. We sloten af met mijn standaard antwoord op de standaard vraag: “Nee oma, ik heb nog stééds geen vriendje.”

Voorlopig heb ik m’n handen meer dan vol aan mezelf. En als ik ooit een eenzame bejaarde ben, weet ik in ieder geval hoe ik me in mijn eentje moet vermaken!