Loeser

Het schrijven van mijn POP was tot nu toe elk jaar een heugelijke gebeurtenis. Hoewel ik zo min mogelijk stil probeer te staan bij wat tóch al gebeurd is en altijd nieuwe dingen zoek om naar uit te kijken, is het stiekem ook wel weer leuk om even een terugblik te werpen. Het is immers altijd fijn om ‘Wat kun je?’ en ‘Wat zijn je doelen?’ zwart op wit te hebben.

Vier was ik. En ik kon de R niet zeggen, niet fluiten, onmogelijk een aspirientje door m’n keel krijgen en ook nog eens m’n neus niet snuiten. Kortom, ik was een hopeloos geval.

De doelen die ik als kleuter had, zijn inmiddels allemaal bereikt. De R rrrrolt er moeiteloos uit, ik fluit vrolijk mee met de radio, ik snuit zakdoeken vol (vies hè!) en ik kan pillen slikken als de beste (en dan hebben we het nog steeds over een aspirientje af en toe). Conclusie: ik ben toch nog redelijk opgedroogd.

Dus wat nu? Ik denk dat ik maar gewoon gelukkig wordt. Ofzo.