Zijn huis, mijn huis

2

Dooddoeners als ‘er zwemmen genoeg vissen in de zee’ en ‘op ieder potje past een deksel’ zijn in mijn dagelijks leven vervangen door ‘zóóhoo, jullie laten er geen gras over groeien!’.

Ik woon samen. WIJ wonen samen.

De tijd dat we bij het ontbijt besloten in wiens huis we ’s avonds zouden slapen, dat mijn auto een soort van opslagplaats werd en dat ik steeds weer mijn toegangspasje verloor in de Amsterdamse vestiging van mijn sportschool terwijl ik in Utrecht was (en vice versa), zit erop. Ik heb geen torenhoge parkeerrekeningen meer, hoef niet meer te dwalen door verschillende supermarkten en heb altijd al m’n schoenen binnen handbereik.

Stiekem was ik al een poosje een Amsterdammer. De nachten die ik in Utrecht sliep, waren de laatste maanden op twee handen te tellen. In gedachten verfde ik alvast de muren en bedacht ik welke van zijn meubels goed combineerden met de mijne. Ik kreeg mijn eerste plankje in zijn kast, grapte over het ritueel verbranden van zijn rood fluwelen gordijnen (terwijl ik het stiekem maar al te graag zou doen), droomde over het uit het raam gooien van zijn Egyptische Faraoposter, en nodigde voor het eerst een vriendinnetje uit op de thee in zijn huis.

Voorheen waren mijn spullen verspreid over twee appartementen in twee steden, het kantoor waar ik werkte en een auto. Sinds eind april bevindt alles zich op een oppervlak van 100 vierkante meter. Toch heb ik pas één van de vier paar handschoenen die ik kwijtraakte tijdens de verhuizing en de hectische periode die daaraan vooraf ging, terug gevonden. Maar dat geeft niet, want verder kunnen we nu alles delen. Zijn wasmachine is onze wasmachine geworden, mijn eetkamerstoelen zijn nu de onze, zijn bed is mijn bed, mijn camera is zijn camera. En, doordat we mijn speakers hebben gekoppeld aan de zijne, hebben we genoeg volume om heel Amsterdam van muzikaal genot te voorzien.

Het huis was al prachtig en wordt steeds maar mooier. Ik heb me in de afgelopen weken ontpopt tot een ware klusjesvrouw. Sauzen, schilderen, schilderijtjes ophangen en Ikea kasten in elkaar zetten; ik wist niet dat ik het kon. De Farao’s zijn vervangen door een hippe poster die we allebei leuk vinden en de stalen voor nieuwe gordijnen liggen al in de vensterbank. Nu hoeven we enkel nog één te kiezen, een print voor aan de muur te vinden waar we allebei heel blij van worden en wat laatste spullen aan te schaffen. Ik voel me hier al helemaal thuis, en we vinden het heerlijk om een huis en alles er omheen met elkaar te delen.

Ze zeggen dat het gras altijd groener is bij de buren. Nou, dat weet ik nog zo net niet. Met name dan omdat ze een andere muzieksmaak hebben dan wij.

Plaats een reactie