Vergane glorie

In mijn basisschooltijd heb ik de nodige kleurwedstrijden op mijn naam gezet. Man, wat kon ík goed kleuren.

Dacht ik.

Inmiddels organiseer ik zelf wel eens het een en ander en heb ik ontdekt dat de kinderen wel kléuren, maar de ouders niks opsturen. Oftewel: mama, bedankt, voor het rotsvaste vertrouwen, maar vooral ook voor het enthousiaste mede mogelijk maken van mijn creatieve ontwikkeling. Want wie creatief is, kan de hele wereld aan.

Om maar even terug te komen op een eerdere blog, ben ik nooit een echte uitblinker in iets geweest. Mijn sjoel- en playbacktalent hebben mijn cv niet gehaald en ook mijn gave om uren op een skippybal te zitten zonder de grond te raken, was nooit onderwerp tijdens het achtuurjournaal. Om van mijn flipperkast-, personal shop- en opruimtalenten maar niet te spreken…

Ik slaag er wel vrijwel altijd in om de positieve kanten van dingen te bekijken. Toen ik in Parijs ellenlange colleges moest volgen terwijl ik niks verstond, heb ik mijn Patience niveau naar een hoger niveau getild, het feit dat mensen in mijn Curaçaose straat werden bedreigd met pistolen, resulteerde er in dat ik een heldin werd in -vlak voor de deur- file parkeren en mijn wiskunde mag dan wel een hel zijn; ik krijg er best een kick van als ik het op een zeldzaam moment wél snap.

Wat er ook gebeurde, ik heb anderen altijd het voordeel van de twijfel gegeven. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat iedereen talenten heeft en meer kan dan ie denkt. En dat is ook een kwaliteit. Want je moet kunnen vertrouwen op de mensen om je heen. En hoe teleurgesteld je soms ook kan zijn of hoe vaak je ook kunt denken dat je iets helemaal fout hebt aangepakt; je bent tot meer in staat dan je denkt. Dat file parkeren kan ik alleen al lang niet meer. Gelukkig heb ik fietsen!