Over twee weken begin ik aan mijn laatste semester als student, en als het allemaal verloopt volgens plan, maak ik in 2013 mijn eerste stappen als heuse carrièrevrouw. Hoewel ik al jaren roep dat ik uitkijk naar de tijd waarin het ‘serieuze’ leven dan eindelijk begint, word ik, nu het bijna zover is, toch wel een beetje nostalgisch.
Als Masterstudent heb je net zo’n status als iemand in z’n eindexamenjaar of een achtste groeper. Toen ik in groep drie zat, waren de kinderen uit groep acht namelijk de coolste, stoerste en meest volwassen mensen in mijn wereld. Zij hoefden niet vroeg naar bed, knikkerden voor ‘het eggie’, in plaats van voor spek en bonen, vroegen niet altijd toestemming aan hun moeder en na hun feestjes kreeg je geen kinderlijk snoepzakje meer mee naar huis. Nadat ik zelf mijn ‘year of fame’ had gehad, inclusief hoofdrol in DE musical, optreden tijdens de bonte avond op kamp en natuurlijk het snoep uitdelen in alle klassen, begon ik na de zomervakantie weer onderaan in de rangorde als onbetekenende brugpieper.
In mijn middelbare schooltijd verkaste ik van klassenfeestjes en de brugklasdisco naar nachten in de kroeg. Spijbelen was cool, verkering werd meer dan alleen handjes vasthouden en als je geen MSN had, hoorde je er niet bij. Ik was ‘al zestien’, dronk rode wodka met Redbull en in de pauze zat ik heel stoer te koukleumen bij de mensen in het rokershok, omdat meeroken ook wel wat deed voor je imago.
Het hbo was anders. Mensen van verschillende leeftijden zaten bij elkaar in een groep, en niemand deed zich meer anders voor dan ie was. Van de 3,5 jaar dat ik studeerde, was ik maar twee jaar daadwerkelijk op school en zo bleef ik redelijk onopgemerkt, op mijn columns in de schoolkrant na. Ik studeerde als enige van mijn opleiding in januari af en had een weinig memorabele diploma-uitreiking, samen met vier economie studenten die ik nog nooit van m’n leven had gezien.
Inmiddels heb ik bijna m’n Master binnen en ben ik ook wel klaar met de nerd uithangen. Na de zomer begin ik nog één keer onderaan, en dan wel als kleine snotneus in het bedrijfsleven. Geen spelletjes meer voor spek en bonen, maar verantwoordelijkheid, niet meer naar mama luisteren maar naar de baas en vrijwillig vroeg naar bed in verband met een chronisch energietekort. En die zakjes snoep? Die zijn voor kinderen, anders pas ik niet meer in m’n mantelpakje.