Ondanks het feit dat ik tot mijn twintigste minimaal vijf dagen in de week actief was als paardengek, heb ik door de jaren heen wat uitstapjes gemaakt naar andere sporten. Zo zat ik in mijn basisschooltijd jarenlang op turnen. “Goed voor m’n motoriek”, als je het m’n moeder vroeg. Daarmee was het in die tijd namelijk niet al te best gesteld.
“Ze kan nog geen bál vangen”, verklapte m’n broer aan iedereen die het maar horen wilde. Hier ging mams overigens nog in mee ook door me op balvaardigheidscursus te sturen. Via deze cursus (ja die bestond echt) stroomde ik op natuurlijke wijze door naar de tennisclub. En hoewel ik het geen straf vond om op zonnige dagen in een kort rokje wat bij te bruinen op het gravel, bleek ook tennis geen blijvertje.
Het enige wat ik bij vlagen behoorlijk fanatiek deed, was hardlopen. Een beetje TE fanatiek, want voordat ik het hele rondje door de buurt onafgebroken kon rennen, was ik meestal alweer geblesseerd. Om die reden besloot ik na mijn paardenpensioen om naast het rennen te gaan fitnessen. Ik scoorde een aanbieding bij een sportschool om de hoek waar het altijd rustig was en stond ’s ochtends vroeg als eerste voor de deur. Te mooi om waar te zijn, want nog geen maand later was de tent failliet en ging mijn contributie naar een curator. Desalniettemin liet ik me niet uit het veld slaan. Ik meldde me aan bij de volgende sportschool en leerde dat krachttraining niet alleen heel goed voor je is, maar dat ik het nog leuk vind ook.
Inmiddels woon ik in een andere stad en is krachttraining de trend. Waar ik me drie jaar geleden in het krachthonk nog enkel tussen de mannelijke bodybuilders bevond, wordt mijn hippe stadsgym nu overladen door spichtige studentes in naveltruitjes die met duckfaces in de spiegel kijken terwijl ze ongecontroleerd maar semi-geconcentreerd zwaaien met dumbells van twee kilo. En dan heb ik nog niks gezegd over de zogenaamde ‘fitte vijftigers’ die meer ouwehoeren dan liften en de overmatig zwetende mannen die bij elke oefening continu oerkreten slaan.
Net als de mensen die nooit hun spullen opruimen, urenlang het squat rack bezet houden terwijl de hele sportschool erop loopt te azen en de veel te brede types die nog nooit een leg day hebben gehad, horen zij er echter wel gewoon bij.
Er is één groep sportschoolbezoekers die wat mij betreft beter thuis kan blijven: de mensen die een zomerabonnement afsluiten met als doel ‘bikinifit’ de zomer in te gaan.
NEWSFLASH: jullie zijn te laat. Als je vandaag start met trainen – waarbij ik er vanuit ga je het serieus aanpakt en niet enkel naar de sportschool gaat om je duckface te oefenen – begin je waarschijnlijk pas bij aanvang van de herfst resultaat te zien. Als een strak lijf op het strand dus je enige reden is om naar de sportschool te gaan, ga je het tot die tijd niet volhouden.
Bij deze dus een oproep aan alle mensen die enkel naar de sportschool gaan om af te vallen: maak een eind aan de overbevolking van mijn sportschool en zoek een sport die bij je past en die je leuk genoeg vindt om jaren vol te houden. En het allerbelangrijkste: ook al denk je soms dat je een heel paard op kunt, stop gewoon eens met vreten.
Als het bikiniseizoen daar is, maak je dan geen zorgen over hoe je eruit ziet en geniet lekker van de zon. Het overgrote deel van de andere strandgasten is tegen die tijd namelijk ook allang vergeten dat ze een sportschoolabonnement hebben.
Hahaha! Mooie woorden Loes. Echt leuk geschreven. Zelf sport ik met Stan bij de pt club. Daar gelukkig geen duckfaces of geile opgepompte anabolen lovers.
LikeLike