Carrière

Toen ik op de basisschool zat, wilde ik tekenaar worden. Of nee, stiewardes. Of toch atvokaat?

Die ambitie groeide en groeide tot het moment dat ik profielen, vakken en een opleiding moest kiezen. Bij gebrek aan talent ging dat tekenen ‘m niet worden, stewardessen konden neerstorten en advocaten moesten 80 uur per week werken.

Terwijl ik me op mijn twintigste verjaardag bedacht dat ik –thankgod– in ieder geval géén tienermoeder meer kon worden, spamden mijn voormalige klasgenotes Hyves met foto’s van bolle buiken en blozende baby’s. Welkom in de wereld van de zwangerschapsgym, consultatiebureaus en peuterzwemmen; activiteiten die bij mij voorlopig nog op de langetermijnplanning staan, na het behalen van een paar diploma’s, het vinden van de ideale baan, het trouwen met een fantastische man, het kopen van een heerlijk huis en de aanschaf van een Golden Retriever (quite good scenario, al ben ik er wat betreft die Golden Retriever nog niet helemaal uit).

Een paar weken geleden stond ik op de carrièrebeurs in Utrecht. Terwijl ik van de Koninklijke Landmacht (ik zie mezelf toch écht niet door de modder tijgeren) richting Greenpeace wandelde en alle aanwezige stands uitvoerig scande op gratis pennen, snoepjes en hippe gadgets vroeg ik me af wat ik in vredesnaam op die beurs deed.

Uiteindelijk worden we tóch allemaal moeder.