You only live once

Terwijl het gros van mijn basisschoolklas inmiddels getrouwd is en drie kinderen heeft, ben ik nog altijd single. Regelmatig krijg ik de vraag: “Hoezo heb je nog geen vriend?!”, waarna ik wijsheden als “Er zwemmen zoveel vissen in de zee”, “Op ieder potje past een dekseltje” en “Je moet niet zo kieskeurig zijn” ongevraagd naar m’n hoofd geslingerd krijg.

Bij deze wil ik graag even op die laatste terugkomen. Jaren geleden kreeg ik namelijk wel eens de opmerking dat ik er zo onbenaderbaar uit zag. Dat kwam goed uit, aangezien een man in m’n leven nog nét in de top tien kwam van ‘dingen waar ik wel mee zou kunnen leven’, maar dat was het dan ook. Oftewel: ik was niet op zoek.

Inmiddels zijn er een paar jaartjes verstreken waarin ik een neus bleek te hebben voor mannen die prima mét me konden, maar eigenlijk nog beter zonder. Van schade en schande word je wijs en de zoektocht is gestopt, want, om er nog maar een veelgehoord wijsheidje in te gooien: “De Ware kom je tegen wanneer je het niet verwacht en niet als je hard op zoek gaat”. En hoewel ik als moderne vrouw niet vind dat mannen alleen vrouwen aan mogen spreken en niet andersom, ben ik ook daar een beetje van terug gekomen nadat, tot twee keer toe, degene wiens nummer ik had gescoord ‘even’ naar de wc ging en nooit meer terug kwam.

“Máár je moet er natuurlijk wel voor open staan!”, luidt de volgende tip van iedereen die zonder slag of stoot een ambitieuze hunk met humor en behoefte om te settelen aan de haak heeft geslagen. Braaf sta ik dus met enige regelmaat in de kroeg of op een festival met een big smile en een open blik, om er maar zo benaderbaar mogelijk uit te zien.

De gevolgen liegen er niet om.

De reacties op mijn aanwezigheid in welke uitgaansgelegenheid dan ook variëren van urenlang staren en niks ondernemen, tot een tackle wanneer ik naar de wc loop, met een knipoog en een “Hey” op moment dat ik struikelend in de armen van een of ander verschrikt meisje val. Onderweg word ik, terwijl ik geen kant op kan in de drukte, ‘subtiel’ aan alle kanten bevoelt door een veertiger bij wie het, hóe verrassend, blijkbaar ook nog niet gelukt is om een geschikte partner te vinden. Uiteindelijk beland ik in de armen van iemand die me de hele avond nog niet opgevallen was en die met zwaar naar bier ruikende adem zegt: “Wanneer gaan wij nou ein-de-lijk eens dansen?”.

Gelukkig word ik al gauw ‘gered’ door iemand die er wel gewoon sociaal uit ziet, maar zodra ik terug begin te praten, is het: “Meid, wat práááát jij raar! Waar kom je vandáááán joh?!”. In de daaropvolgende twee minuten word ik onafgebroken belachelijk gemaakt, uitgemaakt voor Duitser en ongelovig aangekeken wanneer ik uitleg dat ik gewoon uit Zwolle kom. Als ik eindelijk een moment zie om de stortvloed aan kleinerende opmerkingen af te kappen, blijkt meneer opeens ‘oprecht’ geïnteresseerd: “Maarre, wat doe je eigenlijk?” Wegwezen: op naar die wc.

Na mijn toiletbezoek baan ik me een weg naar m’n vriendinnen en word bij m’n arm opzij getrokken. Het gezicht van een donkere krullenbol met unibrauw is opeens wel érg dichtbij: “Hey lekker ding, hoe heet je?” Totaal geïntimideerd door die zeer aanwezige borstel boven zijn ogen stamel ik m’n naam, waarna ik met een vies gezicht weggeduwd word en de rest van de avond door hem met rust gelaten word. Mijn grote dank gaat uit naar de Marloes die deze Bert blijkbaar een keer goed op z’n plek heeft gezet.

Een stukje verderop word ik opnieuw vastgepakt door de dronken jongen die zo graag met me wilde dansen. “Heeee zien we elkaar nou alwéér?!” Volgens mij komt iedereen die naar de wc gaat zowel op de heen- als de terugweg langs de plek waar hij staat, maar aangezien die uitleg hem waarschijnlijk op dit tijdstip en na deze hoeveelheid alcohol niet meer logisch in de oren klinkt, glip ik gauw langs hem heen. Eindelijk weer terug naar de meiden.

Wanneer ik de volgende ochtend wakker word, zie ik dat ik een vriendschapsverzoek heb op Facebook van een jongen die ik niet ken. Ik accepteer hem kort om te kijken of zijn foto’s me bekend voorkomen, maar aangezien die me niks zeggen, verwijder ik hem weer met de aanname dat het wel een foutje geweest zal zijn. Hierop volgt een bericht van zijn kant:

“Hey”

–  “Hallo, ken ik jou?

“Nee”

–  “Waarom voeg je me dan toe?”

“YOLO!”

(…)

En dat is nou precíes de reden waarom ik nog geen vriend heb.

3 reacties op ‘You only live once

Plaats een reactie